Akkerbouwers in Drenthe en Groningen bewuster van middelengebruik door akkerranden

Akkerbouwers in Groningen zijn door een project met akkerranden bewuster bezig met het wel of niet inzetten van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Dat blijkt uit een inventarisatie van agrarisch collectief ANOG, dat sinds 2018 een akkerrandenproject heeft lopen in het werkgebied van waterschap Hunze en Aa's.

Dit artikel is overgenomen van www.veld-post.nl, gepubliceerd op 28 januari 2022, auteur Guus Daame.


Vrijwel alle akkerbouwers die deelnemen aan het project zijn bewuster bezig met middelengebruik, meldt ANOG (Agrarische Natuurvereniging Oost Groningen). Inmiddels werken er binnen dit project 140 boeren in Groningen en Drenthe samen aan de doelen op het gebied van kennis over akkerranden en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

'Na vier jaar kunnen we concluderen dat we met elkaar mooie resultaten hebben geboekt', schrijft ANOG. 'Inventarisatie onder de deelnemers laat zien dat zij vrijwel allemaal bewuster zijn geworden met de inzet van chemische middelen. Een belangrijk deel geeft aan dat zij (veel) minder middelen zijn gaan gebruiken, of de theorie nu goed kunnen toepassen in de praktijk. Bijvoorbeeld omdat er kennis is opgedaan over welke insecten nuttig zijn, en wat de drempelwaarde is voordat er daadwerkelijk gewasschade ontstaat.'

Nuttige insecten

'Deelnemers hebben akkerranden van drie of vier meter breed langs de sloot, en doen kennis en ervaring op binnen studiegroepen met verschillende thema’s', meldt het collectief. 'De akkerranden worden met grassen, kruiden en bloemen ingezaaid zodat zij bijdragen aan de biodiversiteit. Zo trekken ze nuttige insecten aan, die plaaginsecten zoals bladluizen in het hoofdgewas opeten. Hierdoor is er geen of minder chemische gewasbescherming meer nodig. Inmiddels ligt er ruim 400 km van deze akkerranden in het werkgebied van waterschap Hunze & Aa’s.'

Meer deelnemers

Voor het vergaren van de kennis is onder andere samengewerkt met het Louis Bolk Instituut en Delphy. Tijdens de veldbijeenkomsten wordt kennis gedeeld over de nuttige insecten, hoe het natuurlijke mechanisme precies werkt en hoe dit nu is toe te passen op de akkers en het bedrijf. Ter ondersteuning hiervan heeft ANOG samen met een aantal organisaties ook een app om direct in het veld te kunnen gebruiken. Naast het informeren van de deelnemende akkerbouwers, vinden ook bijeenkomsten met teeltadviseurs plaats. Er wordt uitgewisseld wat er speelt en hoe de sector hier op in kan springen.

ANOG wil de komende jaren het aantal kilometers akkerranden en aantal deelnemers verdubbelen. De boeren werken samen met met het Louis Bolk Instituut en Delphy, het project ‘Meer kennis, minder gewasbeschermingsmiddelen’ valt onder vlag van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW).


Contactpersonen LBI

Merlijn van den Berg, Boki Luske

Geplaatst op:
08-02-2022