Factsheet Lupine 2: Opkomst en onkruidbeheersing

Jonge plantjes zijn kwetsbaar. Trage opkomst werkt aantasting door schimmels of insecten in de hand. Lage opkomst betekent soms: opnieuw inzaaien. Beheers vervolgens onkruid totdat het gewas goed gesloten is.

Augustus 2024 | Auteur(s): Iris Flamand, Udo Prins, Peter Keijzer, Marieke Laméris

Download deze factsheet als pdf
  • Opkomstsnelheid sterk afhankelijk van temperatuur in dagen na zaai, veel minder van soort of ras. Let hierop als je nog onkruid wilt bestrijden (bespuiten of eggen)
  • Opkomstpercentage (ook grote invloed temperatuur):
    • lagere opkomst bij zaaizaad met verminderde kiemkracht
    • lagere opkomst bij dieper zaaien (5-7 cm ipv 3-5 cm)
  • Vertakkende types beter in staat te herstellen bij lage plantdichtheid dan niet-vertakkende types (kaarstype)

     

Weersomstandigheden en opkomstsnelheid

 

Weersomstandigheden

Dagen na inzaai

koud (nacht -2-3°C, dag 8-12°C)

17-25

gemiddeld (nacht 1-6°C, dag 11-15°C)

12

warm (nacht 5-10°C, dag 16-25°C)

5-7

Andere problemen na opkomst:

  • Hazen- of reeënvraat (vreten kop weg)
  • Duiven (trekken hele planten uit)
  • Ritnaalden, larven van bonenvlieg
  • Bodemschimmels


Reeën- en hazenvraat: plant kan zich redelijk herstellen Duivenvraag: plant herstelt zich niet meer Kiemschimmels: plant herstelt zich niet meer

Vroege uitval van kiemplantjes door kiemschimmels.
Vroege uitval van kiemplantjes door kiemschimmels.

 

Uitval van kiemplanten door larven van de bonenvlieg of door ritnaalden.
Uitval van kiemplanten door larven van de bonenvlieg of door ritnaalden.

Onkruidbeheersing

  • Lupine minder concurrerend voor onkruid dan granen (vervuilt eerder)
  • Mechanische onkruidbestrijding essentieel

Eggen

  • Kleinere rijafstand mogelijk (10-12 cm)
  • Grotere afstand voordelig: planten in rij kunnen dichter op elkaar, beschermen elkaar als in zaairichting wordt geëgd
  • Nadeel grote rijafstand: gewas sluit iets later volledig
  • Herhaal eggen zeker 4-5 keer
  • Door snelle kieming/opkomst kan vóór opkomst vaak maar 1x worden geëgd
  • Rond opkomst evt. eggen met netteneg
  • Na opkomst steeds straffer eggen tot gewashoogte 30-35 cm
Goed eggen in een jong stadium is een kwestie van  de goede afstelling en de juiste snelheid.
Goed eggen in een jong stadium is een kwestie vande goede afstelling en de juiste snelheid.

Basisregels wiedeggen

  • Begin tijdig: wiedeggen meest effectief in wittedradenstadium (onkruid nog niet boven, kiemdraden onder oppervlak)
  • Afstelling: in jong, kwetsbaar gewas tanden zo slepend mogelijk (weinig veerdruk, ver achteruit), in ouder gewas tanden steeds stekender met hogere veerdruk
  • Rijsnelheid: in jong, kwetsbaar gewas langzaam rijden (2-3 km/u), in ouder gewas kan snelheid omhoog
  • Kijk niet te veel achterom tijdens het eggen: controleer resultaat door bij afstelling te stoppen. Concentreer je op de planten die blijven staan en niet op planten die in de eg hangen!
  • Herhalen: 1x eggen is geen eggen (maakt onkruiden alleen wakker), herhaal 4-5 keer
Kiemplantjes dreigen ondergedekt te worden bij een te hoge rijsnelheid van de eg.
Kiemplantjes dreigen ondergedekt te worden bijeen te hoge rijsnelheid van de eg.

Schoffelen

  • Minimale rijafstand 25 cm
  • Voor vertakkende lupines evt. verbreden tot 50-60 cm
  • Werkbreedte schoffelmachine moet overeenkomen met die van zaaimachine

     

Herbiciden

  • Rond opkomst beperkt aantal middelen toegelaten
  • Voor-opkomst: Stomp (pendimethalin), Wing-P en WOPRO (pendimethalin en dimethenamide-P), Boxer (prosulfocarb), en Centium en Sirtaki (clomazone)
  • Centium en Sirtaki toepasbaar in witte lupine, niet in blauwe lupine
  • Bonalan (benfluralin) toegestaan voor zaaien, maar niet getest op lupine
  • Bodemherbiciden onder gunstige omstandigheden aangebracht (vochtige grond): onkruiden 2-3 weken onder controle (eggen rond opkomst dan niet nodig)

  • Na-opkomst: beperkte mogelijkheid voor onkruidbestrijding van grassen, hierdoor wiedeggen of schoffelen nodig (liefst beide!)
  • Start mechanische onkruidbestrijding zodra plantjes bovenkomen en andere maatregelen zijn uitgewerkt
  • Geen opties bestrijding tweezaadlobbige onkruiden: Basagran (bentazon) doodt lupine, Lentragran (pyri- daat) verzoorzaakt schade in lupine

  • Sommige herbiciden (als residu in bodem): zeer toxisch voor lupine, zoals middelen o.b.v. sulfonylureum (Rimsulfuron)