- Opkomstsnelheid sterk afhankelijk van temperatuur in dagen na zaai, veel minder van soort of ras. Let hierop als je nog onkruid wilt bestrijden (bespuiten of eggen)
- Opkomstpercentage (ook grote invloed temperatuur):
- lagere opkomst bij zaaizaad met verminderde kiemkracht
- lagere opkomst bij dieper zaaien (5-7 cm ipv 3-5 cm)
Vertakkende types beter in staat te herstellen bij lage plantdichtheid dan niet-vertakkende types (kaarstype)
Weersomstandigheden en opkomstsnelheid
Weersomstandigheden | Dagen na inzaai |
koud (nacht -2-3°C, dag 8-12°C) | 17-25 |
gemiddeld (nacht 1-6°C, dag 11-15°C) | 12 |
warm (nacht 5-10°C, dag 16-25°C) | 5-7 |
Andere problemen na opkomst:
- Hazen- of reeënvraat (vreten kop weg)
- Duiven (trekken hele planten uit)
- Ritnaalden, larven van bonenvlieg
- Bodemschimmels
Reeën- en hazenvraat: plant kan zich redelijk herstellen Duivenvraag: plant herstelt zich niet meer Kiemschimmels: plant herstelt zich niet meer


Onkruidbeheersing
- Lupine minder concurrerend voor onkruid dan granen (vervuilt eerder)
- Mechanische onkruidbestrijding essentieel
Eggen
- Kleinere rijafstand mogelijk (10-12 cm)
- Grotere afstand voordelig: planten in rij kunnen dichter op elkaar, beschermen elkaar als in zaairichting wordt geëgd
- Nadeel grote rijafstand: gewas sluit iets later volledig
- Herhaal eggen zeker 4-5 keer
- Door snelle kieming/opkomst kan vóór opkomst vaak maar 1x worden geëgd
- Rond opkomst evt. eggen met netteneg
- Na opkomst steeds straffer eggen tot gewashoogte 30-35 cm

Basisregels wiedeggen
- Begin tijdig: wiedeggen meest effectief in wittedradenstadium (onkruid nog niet boven, kiemdraden onder oppervlak)
- Afstelling: in jong, kwetsbaar gewas tanden zo slepend mogelijk (weinig veerdruk, ver achteruit), in ouder gewas tanden steeds stekender met hogere veerdruk
- Rijsnelheid: in jong, kwetsbaar gewas langzaam rijden (2-3 km/u), in ouder gewas kan snelheid omhoog
- Kijk niet te veel achterom tijdens het eggen: controleer resultaat door bij afstelling te stoppen. Concentreer je op de planten die blijven staan en niet op planten die in de eg hangen!
- Herhalen: 1x eggen is geen eggen (maakt onkruiden alleen wakker), herhaal 4-5 keer

Schoffelen
- Minimale rijafstand 25 cm
- Voor vertakkende lupines evt. verbreden tot 50-60 cm
Werkbreedte schoffelmachine moet overeenkomen met die van zaaimachine
Herbiciden
- Rond opkomst beperkt aantal middelen toegelaten
- Voor-opkomst: Stomp (pendimethalin), Wing-P en WOPRO (pendimethalin en dimethenamide-P), Boxer (prosulfocarb), en Centium en Sirtaki (clomazone)
- Centium en Sirtaki toepasbaar in witte lupine, niet in blauwe lupine
- Bonalan (benfluralin) toegestaan voor zaaien, maar niet getest op lupine
Bodemherbiciden onder gunstige omstandigheden aangebracht (vochtige grond): onkruiden 2-3 weken onder controle (eggen rond opkomst dan niet nodig)
- Na-opkomst: beperkte mogelijkheid voor onkruidbestrijding van grassen, hierdoor wiedeggen of schoffelen nodig (liefst beide!)
- Start mechanische onkruidbestrijding zodra plantjes bovenkomen en andere maatregelen zijn uitgewerkt
Geen opties bestrijding tweezaadlobbige onkruiden: Basagran (bentazon) doodt lupine, Lentragran (pyri- daat) verzoorzaakt schade in lupine
Sommige herbiciden (als residu in bodem): zeer toxisch voor lupine, zoals middelen o.b.v. sulfonylureum (Rimsulfuron)