Oogstdatum bepalen
- Beoordeel gewas vanaf eind juli
- Korrel 14-15% vocht
- Mate van afrijping voor oogst verschilt per soort
Type zomerlupine | Oogstdatum |
Niet-vertakkende blauwe lupine | half aug. |
Vertakkende blauwe lupine | eind aug. - half sept. |
Niet-vertakkende witte lupine | eind aug. - half sept. |
Vertakkende witte lupine | begin sept. - half okt. |
Witte lupine
- Pas oogsten bij volledig afgerijpt gewas en opgedroogde peulen
- Onrijpe bonen rijpen niet af door nadrogen (beschimmelen)
- Te vroeg op de dag: gewas onvoldoende droog en deel van bonen in peul mee met stro (verlies)
Blauwe lupine
- Dorsen makkelijk uit (eerder last van openspringende peulen)
- Oogsten bij 90-95% volledig rijpe peulen (bruin/zwart)
Eerste afrijpingsstadium: peulvergeling en bladverlies.
Volledig afgerijpt gewas witte lupine.
Inschatten vochtpercentage korrels in staand gewas
Vocht | Beschrijving |
40% | Peulhuid iets dunner en taai (bonen zichtbaar). Bonen nog groenig en vochtig bij doorknijpen. |
25-30% | Peulhuid dun en soms aan het vergrijzen (nog wel beetje taai). Bonen niet meer vochtig bij doorbijten (zacht kauwgomachtig). In volledig afgerijpt gewas kunnen bonen na regen weer tot dit vochtpercentage terugkomen. |
18-20% | Peulhuid droog en knisperig, bij openen krullen peulhelften om. Bonen taai kauwgomachtig. |
14-16% | Peulhuid droog en knisperig, peulen neigen tot openspringen. Boon verbrokkelt bij doorbijten. |
12% | Bonen keihard, nauwelijks door te bijten. |
Vochtbepaling niet altijd nauwkeurig
- Apparaten voor snelle bepaling vaak onnauwkeurig
- Vaak hele korrel gemeten. Uitkomst: alleen buitenkant.
- Ochtend: vocht% buitenkant vaak hoger dan in korrel
- ’s Middag vochtgehalte buitenkant juist lager
- Meetapparaten die korrel malen: betrouwbaarder, maar niet altijd geijkt voor lupine
- Let op: 1-2 % hoger vochtgehalte bij machinale oogst (vergeleken met handgeplukt monster)
Oogsten
- Dors niet op het heetst van de dag (korrelverliezen, blauwe lupine: tot 1,5 t/ha). In volledig afgedroogd gewas: peulen springgevoelig
- Dors in ochtend of avond, of bij minder drogend weer
- Informeer loonwerker over deze voorkeur
Dorsafstelling anders dan bij graan
Verkeerde afstelling = veel verlies / beschadiging zaad
Houd toezicht op afstelling door loonwerker:
Stro-versnipperaar: in begin uitzetten (anders onduidelijk waar verliezen optreden).
Dorstrommel: lage trommelsnelheid (bonen gaan makkelijk uit de peul), niet te krap zetten (bonen niet beschadigen).
Haspel: niet te diep in het gewas (trekken en duwen zorgt voor openspringende peulen), als ingeschakeld alleen top rakend en draaiend op rijsnelheid
Zeven: geen straffe afstelling van de schudders (stuiterende bonen).
Ventilator: harder dan bij graan (zware bonen), zo blaas je onkruidzaad eruit.
Afstelling bijstellen bij verliezen: bonen over de volle maaibreedte kunnen verliezen zijn van dagen voor oogst. Andere oorzaken: haspel te veel in gewas, dorsen onder te scherpe omstandigheden. Bonen in en onder het zwad: schudders te straf afgesteld.
Dorsen bij een hoge onkruiddruk: zeven raken verstopt, geoogst product droogt moeilijk (aanwezigheid zwarte nachtschade/melganzenvoet/perzikkruid).
Maaidorsen van stam: te overwegen als onkruiddruk nog niet te hoog is. Na oogst snel handelen (product schoon krijgen, voorkomen broei en schimmels). Geoogst product voorreinigen, als niet mogelijk dan zo snel mogelijk op de lucht en enkele keren overstorten. Meldezaad kan drogen behoorlijk bemoeilijken.
Zwadmaaien: gewas maaien en na enkele dagen drogen dorsen. Verliezen vallen mee. Risico: weeromslag naar regenachtig (gewas in het zwad droogt slecht, onkruiden groeien door zwad waardoor dorsen uit zwad erg lastig wordt).
Drogen
- Geoogste lupine (evt. met onkruidzaden) gevoelig voor schimmel: droog op oogstdag tot 14% vocht
- Nacht laten overstaan: desastreus voor kwaliteit
- Voer geoogst product snel af naar afnemer
- Zelf drogen: alleen bij goed geventileerde opslag
- Kistenbewaring met droogwand beter dan Petrus-silo
Vocht | Droogmethode |
>17% | Droog intensief. Petrus-silo ongeschikt. Kistenopslag vereist kennis en ervaring ter voorkoming van broei en schimmelvorming. Benut gespecialiseerde droogbedrijven. |
16-17% | Ventileer continu in week 1, daarna alleen ’s nachts. Lucht niet opwarmen met kachel (condensvorming). Luchthoeveelheid: 10-15 m3/uur per kuub product. Let op producttemperatuur: bij stijging intensiever ventileren of een keer overstorten. |
15-16% | Af en toe ventileren bij goede droogomstandigheden: tijdens koude, heldere nachten. 1 dag per week. Bij kou lucht opwarmen tot maximaal opslagtemperatuur (vaak rond 10ºC). |
<15% | Niet meer ingedrogen. 1 à 2 nachten / maand ventileren voor goed geconditioneerd product. |
Deze factsheet is onderdeel van ‘kennisdelen lupineteelt voor humane consumptie’ in samenwerking met Proeflab Wageningen en Lekker Lupine. Mede mogelijk gemaakt door het ministerie van LNV en de EU. Voor teelthandleiding scan: