Antimicrobiële resistentie (AMR), ongevoeligheid van ziekteverwekkers voor antibiotica, is wereldwijd een groeiend probleem. Geschat wordt dat wereldwijd al zo’n 5 miljoen mensen per jaar overlijden als gevolg van infecties waartegen geen werkzaam antibioticum beschikbaar is. In de komende decennia loopt dit aantal waarschijnlijk op tot 10 miljoen. Steeds vaker staan artsen machteloos tegen dodelijke infecties. In landen met lage en gemiddelde inkomens (LMIC) is het probleem het grootst. Waar zorgsystemen minder goed functioneren, wordt meestal minder goed omgegaan met antibiotica, waardoor de kans op AMR toeneemt. Nu al worden 40-60% van de menselijke infecties in landen als Indonesië, Brazilië en Rusland veroorzaakt door resistente micro-organismen. Maar bacteriën houden zich niet aan landsgrenzen. Uiteindelijk komen ze ook terecht in landen zoals Nederland, waar preventie van AMR veel aandacht krijgt.
One Health
Een deel van de resistentie ontstaat door de inzet van antibiotica in de veeteelt. Antibiotica en resistente micro-organismen belanden via de mest van de dieren en soms ook via het vlees in de voedselketen. Het is dan ook belangrijk om het AMR-probleem aan te pakken in een One Health benadering, waarin mens, dier en milieu worden betrokken. Nederland loopt ook op dit gebied voorop, onder meer dankzij het Netherlands Centre for One Health (NCOH)[1]. Een integrale kijk op gezondheid en de inzet van TCIH geneesmiddelen sluiten in principe goed aan bij deze One Health benadering. In vergelijking met ons omringende landen is er echter nog veel te verbeteren op het gebied van goed onderbouwde TCIH voor preventie en behandelingen van infecties.
Internationale aanpak
GIFTS-AMR staat voor Global Initiative for Traditional Solutions to Antimicrobial Resistance. Het is een onderzoeksproject dat gefinancierd is door de Joint Programming Initiative on Antimicrobial Resistance[2] (JPIAMR), een van origine Europese samenwerking waaraan inmiddels wereldwijd 29 landen meedoen. De groeiende GIFTS-AMR projectgroep brengt onderzoeksinstituten en individuen samen met uiteenlopende achtergronden: onderzoekers op het gebied van infectieziekten bij mens en/of dier, onderzoekers op het gebied van traditionele, complementaire en integratieve geneeskunde, beleidsmakers, zorgprofessionals en dierenartsen. Wat hen bindt, is de overtuiging dat een TCIH-aanpak kan bijdragen aan een betere preventie en behandeling van infecties en het terugdringen van AMR.
Stand van zaken: veelbelovende voorbeelden
Op de online conferentie van de GIFTS-AMR projectgroep op 9 en 10 november 2023 werd om te beginnen duidelijk hoe urgent de AMR-problematiek is, zowel in Europa als wereldwijd. Uit de meest recente getallen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) blijkt dat (bacteriële) AMR in 2019 direct verantwoordelijk was voor 1.27 miljoen doden en indirect bijdroeg aan 4.95 miljoen doden wereldwijd[3]. Volgens het laatste ECDC rapport uit 2022 sterven er jaarlijks meer dan 35.000 mensen in de EU/EEA aan infecties die resistent zijn tegen antimicrobiële middelen, wat een stijging is ten opzichte van eerdere schattingen[4]. Ook bleek bijvoorbeeld dat mensen zelfs na een kortdurende antibioticakuur nog maandenlang resistente bacteriën bij zich dragen en verspreiden. Het is dus van het grootste belang om deze waardevolle geneesmiddelen alleen in te zetten als het echt niet anders kan.
Het grootste deel van de conferentie was dan ook gewijd aan benaderingen die kunnen bijdragen aan het voorkomen of zelfs terugdringen van AMR. Daarbij viel op dat er al een breed scala aan zulke benaderingen in ontwikkeling is, zowel in de praktijk van zorg en veehouderij als in het wetenschappelijke onderzoek. Om te beginnen gaat het vaak om een andere kijk op de problematiek, bijvoorbeeld een verschuiving van een focus op ziekte en behandeling naar gezondheidsbevordering. Dat geldt zowel voor de preventie als voor de behandeling van infectieziekten. Vanuit een integrale kijk op gezondheid worden methoden ontwikkeld om op een verstandige manier om te gaan met infecties, zoals bijvoorbeeld een app die patiënten, ouders en behandelaars helpt om te gaan met koorts (zie kadertekst: Apps voor betere omgang met koorts). En dan is er een breed scala aan traditionele, complementaire en integratieve geneesmiddelen. De effectiviteit en veiligheid van sommige middelen is zo goed onderbouwd dat zij deel uitmaken van Duitse en Engelse specialistische richtlijnen voor de behandeling van bijvoorbeeld luchtweginfecties. Ook zijn er middelen die van de European Medicines Agency een traditional use registration hebben gekregen. In de kadertekst 'Veelbelovende TCIH-geneesmiddelen voor de behandeling van infecties' worden deze voorbeelden benoemd. Voor veel andere middelen en benaderingen is de wetenschappelijke onderbouwing nog minder vergevorderd. Op de conferentie bleek dat er wereldwijd al wel veel onderzoek plaatsvindt, niet alleen in de kliniek maar ook in het laboratorium. Zo blijkt dat sommige traditionele kruidengeneesmiddelen de afweer tegen infecties versterken door specifieke veranderingen in het immuunsysteem (immunomodulatie).
Apps voor een betere omgang met koorts
Als een kind koorts krijgt, is dat voor ouders vaak een reden om de dokter in te schakelen of het kind koortsdempende middelen te geven. In de meeste gevallen echter is koorts niet meer dan de reactie van een gezond lichaam op een ziekteverwekker. Koorts is zelfs een nuttige reactie[5], die het afweersysteem ondersteunt bij het aanpakken van ziekteverwekkers. Soms echter past koorts bij een ernstige ziekte die (snel) behandeld moet worden of is de patiënt gevoelig voor complicaties. Het is dus van belang dat ouders en volwassen patiënten weten waar ze op moeten letten.
Om ouders beter te informeren over koorts, ontwikkelde het FeverFriendTM team van de Hongaarse kinderarts en universitair docent dr. Henrik Szőke een app. Die helpt ouders om de koorts bij te houden en verstrekt wetenschappelijk gefundeerde informatie om goed met de situatie om te gaan. Volgens Szőke's presentatie op de online conferentie vermindert de app nodeloze bezoeken aan de arts en de inzet van antibiotica. Szőke en zijn team aan de universiteit van Pecs werken onder meer samen met de universiteit in het Duitse Witten. Die ontwikkelden ook een eigen app, de FeverApp, die informatie verstrekt en data verzamelt over koorts bij kinderen en volwassenen. Van die app bestaat ook een Nederlandse versie, naast versies in het Duits, Engels, Russisch, Arabisch, Turks, Frans, Farsi, Italiaans en Pools.
Veelbelovende TCIH-geneesmiddelen voor de behandeling van infecties
Er zijn bijna nooit antibiotica nodig bij infecties van de bovenste luchtwegen (verkoudheid, keelpijn, prikkelhoest). Dat staat ook zo in de meeste richtlijnen. Ook ongecompliceerde infecties van de urinewegen (blaasontsteking) genezen meestal zonder antibiotica. Maar beide vormen van infecties gaan wel vaak gepaard met ongemak, zodat patiënten begrijpelijkerwijs vragen om een behandeling. Dat leidt helaas vaak tot onnodige behandeling met antibiotica, zeker in landen waar patiënten en professionals nog minder alert zijn op de gevaren van overbodig antibioticagebruik.
Het goede nieuws is dat er veilige TCIH-geneesmiddelen beschikbaar zijn die helpen om de klachten te verminderen en die het herstel bevorderen. Zo blijkt uit de vakliteratuur (systematische reviews) dat Pelargonium sidoides gunstig werkt bij ongecompliceerde luchtweginfecties. Een combinatie van klimop, sleutelbloem en tijm werkt tegen hoest. Het wordt ook steeds duidelijker hoe deze kruiden werken. Pelargonium sidoides werkt antiviraal, indirect antibacterieel, immunomodulerend en slijmoplossend. De combinatie klimop/ teunisbloem/tijm combineert de slijmoplossende en luchtwegontspannende effecten van klimop met de antibacteriële effecten van tijm.
De werking van vossenbessen (cranberries) voor de preventie van terugkerende urineweginfecties bij vrouwen is in vele studies aangetoond. De hondsroos (rosa canina) helpt eveneens urineweginfecties voorkomen, zo bleek in een studie bij vrouwen die een keizersnede hadden gehad.
In de veeteelt kunnen probiotica helpen om infecties te voorkómen en de groei bevorderen (in veel landen worden antibiotica nog voor dit doel ingezet). Bij varkens met luchtweginfecties bijvoorbeeld zijn sterke aanwijzingen dat kruidnagelolie, Echinacea, tijm en heemstwortel effectief zijn om deze infecties aan te pakken. Veel veehouders staan op zich wel open voor een dergelijke TCIH-behandeling van zieke dieren. Met name in de biologische en biologisch-dynamische landbouw worden zij ook al daadwerkelijk ingezet, maar in de reguliere veeteelt gebeurt dit nog maar zelden.
Researchagenda pragmatisch en doelgericht
De GIFTS-AMR projectgroep ontwikkelde een researchagenda die aansluit bij de huidige stand van zaken. Enerzijds is AMR een urgent mondiaal probleem, dat met name in lage- en middeninkomenslanden (LMIC) in de komende decennia catastrofale gevolgen kan hebben. Maar hoewel veel burgers/patiënten en veehouders openstaan voor de inzet van TCIH-benaderingen en TCIH-geneesmiddelen om dit probleem aan te pakken, zijn veel artsen en dierenartsen nog terughoudend. Wetenschappelijke onderbouwing van de effectiviteit en veiligheid van TCIH-behandelingen tegen infecties moet hier verandering in brengen.
In de geneeskunde geldt de vergelijkende klinische studie (randomised controlled trial) als meest overtuigende vorm van wetenschappelijke onderbouwing (evidence). Het opzetten en uitvoeren van zulke studies is kostbaar. De kennisagenda pleit dan ook voor een scoresysteem voor het aanbrengen van prioriteiten. De score moet de beslissing gemakkelijker maken welke TCIH-behandeling als eerste in aanmerking komt voor vergelijkend klinisch onderzoek. Ook benoemt de kennisagenda andere manieren om de effectiviteit en veiligheid van TCIH-behandelingen bij infecties in kaart te brengen, zoals klinische data (real world evidence) en fundamenteel onderzoek. Dit moet leiden tot een systeem waarmee aanbevelingen gedaan kunnen worden op grond van beschikbare wetenschappelijke onderbouwing.
De weerstanden van artsen, dierenartsen en andere professionals tegen TCIH-behandeling van infecties verdienen op zich wetenschappelijke aandacht, aldus de agenda. Inzicht in de factoren die professionals ervan weerhouden om deze behandelingen in te zetten ondanks groeiende belangstelling van het publiek kan helpen bij de implementatie van bewezen effectieve TCIH-interventies tegen infecties en het terugdringen van antibioticagebruik. Conceptuele verschillen tussen de gangbare en de TCIH aanpak zijn een voorbeeld van zulke factoren. Ook bepleit de kennisagenda onderzoek naar de voorkeuren, gebruik, tevredenheid van patiënten/ diereigenaren/ boeren en aanvaardbaarheid van de TCIH aanpak in LMIC’s en westerse landen. En natuurlijk goed onderzoek naar de (kosten)effecten en werkingsmechanismen van deze aanpak in de preventie en behandeling van infectieziekten en het reduceren van AMR.
Gegeven de urgentie van AMR wereldwijd en de kansen die de GIFTS-AMR groep ziet door de inzet van TCIH-benaderingen, is het logisch dat de agenda pleit voor verdere coalitievorming en voor de integratie van TCIH-onderzoek in de bredere inspanningen om AMR aan te pakken. Zowel op Europees niveau als in de Wereldgezondheidsorganisatie willen TCIH-onderzoekers en -behandelaars meewerken aan het aanpakken van AMR.
[3] https://www.who.int//news-room/fact-sheets/detail/antimicrobial-resistance
[4] https://antibiotic.ecdc.europa.eu/en/european-antibiotic-awareness-day-eaad-2023