Rien Komen was al een jaar lid van de Raad van Toezicht toen hij medio 2023 werd benoemd tot voorzitter. “Die rol betekent toch nóg meer betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel”, zegt Komen terugkijkend op zijn eerste jaar als voorzitter. In het dagelijks leven is hij bestuurder bij onderwijs- en onderzoeksorganisatie Aeres. Zijn rol bij het Louis Bolk past daar goed bij. “Ik vind het een heel waardevolle taak en ik leer er ook van. Ik heb zelf als bestuurder te maken met een Raad van Toezicht, dus dit biedt nu ook eens het perspectief vanaf de andere kant van de tafel. Het is heel verrijkend dat ik nu ervaar hoe je dezelfde realiteit van verschillende kanten kunt bekijken. En inhoudelijk is het Louis Bolk natuurlijk ook ontzettend interessant en relevant. In mijn andere rol ben ik bestuurder van een groene onderwijs- en onderzoekorganisatie met een brede scope, van gangbaar tot biologisch. Overal zie je dat bodemgezondheid, voedselproductie en gezondheid van de mens onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, thema’s waar Louis Bolk natuurlijk vanaf het begin al mee bezig is. Het is mooi om als persoon en als functionaris bij Aeres geïnspireerd te raken door wat er bij het Louis Bolk gebeurt.”
Mainstream
In 2023 zag Komen meer dan ooit dat het Louis Bolk een andere rol heeft aangenomen. “Waar het vroeger nog een luis in de pels was die zaken benoemde die schuurden, en waarvan de mainstream misschien het wat ingewikkeld vond dat dat benoemd werd, beginnen die thema’s nu juist mainstream te worden. Dat betekent voor het Louis Bolk ook dat er naar je geluisterd wordt en dat er actief naar je mening gevraagd wordt. Ze zijn niet meer de lastige organisatie die in de schaduw opereert en af en toe een vinger op een zere plek legt. Het is meer een organisatie die laat zien goede oplossingen te hebben voor problemen in de landbouw, de voedselproductie en in de gezondheid. Het Louis Bolk-DNA zit nog steeds in de organisatie, het is bijvoorbeeld nog steeds ‘voor, door en met de praktijk’. Maar hoe anderen naar het instituut kijken, bijvoorbeeld vanuit Wageningen of vanuit het ministerie van LNV, dat is wel veranderd. Ik denk dat individuele onderzoekers nog steeds dezelfde drive hebben, maar dat je als collectief meer de status van autoriteit hebt gekregen in plaats van die luis in de pels.”
Professionalisering
Dat vraagt volgens Komen ook om een andere instelling van onderzoekers en een andere manier van samenwerken en communiceren. "Het Louis Bolk zet grote stappen in professionalisering op dat vlak. Ik denk dat onderzoekers nu meer gezamenlijk de verantwoordelijkheid dragen voor het Bolk als geheel. Ze zijn meer bezig met de opbouw van een klantrelatie en spelen bij onderzoeksontwikkeling elkaar de bal toe. Eerder waren het meer individuele ondernemers met kennis op een bepaald gebied, nu is het steeds belangrijker om als netwerkorganisatie te gaan fungeren om met al die expertises die je in huis hebt gezamenlijk de expertrol te kunnen vervullen. Als Raad van Toezicht hebben we hier uitgebreid met de directeur-bestuurder over gesproken en haar volop aangemoedigd en ondersteund."
Verdienste uit verleden
De nieuwe rol als autoriteit kwam in 2023 goed tot uiting toen het Louis Bolk werd gevraagd een oordeel te geven over het concept-Landbouwakkoord. “Uiteindelijk is het niet tot een akkoord gekomen. Daardoor lijkt die inzet misschien voor niks te zijn geweest, maar dat is niet zo. Men trekt zich blijkbaar iets aan van wat het Bolk, gebaseerd op onderzoeksresultaten, te zeggen heeft. Dat is toch een groot succes. En dat komt later ongetwijfeld nog terug.” Inmiddels waait er een andere politieke wind, maar ook onder die omstandigheden kan het Louis Bolk dezelfde rol spelen. “Vooral consistent zijn in je analyses”, zegt Komen. “Het Louis Bolk kan nog steeds dingen agenderen, zoals dat vroeger gebeurde. Niet op basis van opvattingen, maar wel als kennisinstelling, dus op basis van feiten. Laten zien welke mogelijkheden er zijn, het is uiteindelijk aan de politiek om de keuzes te maken. Het kan wel helpen om als onderzoeker dicht tegen ambtenaren aan te zitten om ze mee te nemen in de ontwikkelingen en ze te voeden met de feiten die er toe doen.”
Dat het LBI nu gezien wordt en als autoriteit wordt beschouwd is echt de verdienste van de medewerkers die dit in het verleden hebben opgebouwd. “Nu is de betekenis daarvan ook bij anderen duidelijk. De urgentie om het anders te doen blijft, ondanks de politieke rimpelingen, en zal sowieso weer bovenkomen. Het is aan het Louis Bolk om daarop te blijven inspelen en dat wat je hebt opgebouwd nu ten volle te benutten en uit te dragen naar beleid en praktijk.”