“Wij blijven werken aan de onderbouwing van de toekomst”

Waar afgelopen jaren de noodzaak voor een visie op de landbouw van de toekomst leek in te dalen, lijkt in de politiek het kortetermijndenken nu weer de overhand te krijgen. Ook het langzaam gegroeide bewustzijn over het belang van een goede gezondheid vertaalt zich nog niet in effectief beleid en middelen. Maar ook in deze moeizame tijden blijft het aandragen van goede kennis harde noodzaak, aldus LBI-directeur Ilse Geijzendorffer. “Wetenschappelijk onderbouwen hoe het wél kan in de praktijk, daar bereiken we het meeste mee.”

Het jaar 2023 was er één met twee gezichten. De lijn van het jaar ervoor - waarin het Louis Bolk meerdere van haar thema’s ineens mainstream zag worden en de kennis van het onderzoeksinstituut steeds meer werd gevraagd - werd doorgezet. Aan de andere kant was het ook het jaar van een geklapt Landbouwakkoord, vertraging van broodnodige transities en een steeds moeilijker wordend leefklimaat voor de koplopers. “Voor het Louis Bolk Instituut zelf was het een fantastisch jaar, maar de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen stemmen minder hoopvol”, zegt directeur-bestuurder Ilse Geijzendorffer terugkijkend op 2023. “Er zijn ontzettend veel dingen gebeurd waaruit de waardering en erkenning voor het praktijkonderzoek van het LBI blijkt. We hadden een rol bij het Landbouwakkoord, hebben over Dierwaardige veehouderij mogen meedenken, aan tafel gezeten bij de rondetafelgesprekken over pesticiden, bijgedragen aan de organisatie van het Groenboerenplancongres om een breder tegengeluid te mobiliseren en meegedacht over hoe gezondheid ondersteund kan worden met het ontwerp van de Merwedewijk in Utrecht. Tegelijkertijd zie ik wat er gebeurt bij onze praktijkpartners: boeren gaan failliet of overwegen terug te schakelen van biologisch naar conventioneel, omdat er vanuit de markt en de overheid onvoldoende toekomstperspectief wordt ervaren. Dus met betrekking tot impact in de praktijk ligt er in de huidige context wel een uitdaging.” 

Belangrijke kennispartner

Dat het Louis Bolk Instituut door het ministerie van LNV als belangrijke kennispartij wordt gezien, daar was in 2023 in elk geval geen twijfel over mogelijk. Minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal bracht begin van het jaar een werkbezoek aan het Buijtenland van Rhoon, waar het Louis Bolk samen met andere partijen een integraal gebiedsproces vormgeeft. Ze noemde het ‘een voorbeeld voor heel Nederland’. Collega-minister van Landbouw Piet Adema vroeg het Louis Bolk Instituut een zogenoemde appreciatie te geven op het concept-Landbouwakkoord. “Wij waren heel specifiek gevraagd om vanuit onze kennis over natuurinclusieve kringlooplandbouw en biologische landbouw naar het conceptakkoord te kijken. Dat daar in de onderhandelingen aandacht voor was, is natuurlijk al een vorm van erkenning voor partijen in de sector die zich hiervoor in de praktijk inzetten. Dat het Louis Bolk Instituut daar de aangewezen kennispartij voor was, onderstreept onze kerncompetentie en onze brugfunctie tussen de praktijk en het beleid”, zegt Geijzendorffer.

Heldere landbouwcijfers

Het Louis Bolk Instituut vond enkele belangrijke aandachtspunten in het concept-Landbouwakkoord. “Zo werd er in de conceptafspraken rondom financiering en implementatie geen gelijkwaardig speelveld gecreëerd voor de biologische sector. Aanvullend had iedere sector mooie, maar vrijblijvende ambities, waarbij men niet aangaf welk percentage van bedrijven in de sector zou omschakelen naar biologisch. Het aandeel biologisch kan echter alleen groeien als het aandeel conventioneel afbouwt en als omschakeling financieel ook minstens zo interessant is.” Ondanks dat het akkoord er nooit kwam, is de bijdrage van het Louis Bolk wel waardevol geweest, vindt Geijzendorffer. “Het is heel mooi dat we heldere cijfers hebben kunnen inbrengen en dat die belangrijke interne discussies bij het ministerie zijn gevoed. We gaan dus door met onderbouwen van wat er wél kan, ook als we twee stappen vooruit zetten en één achteruit.” 

Kennisagenda’s

Afgelopen jaar heeft het Louis Bolk Instituut aan drie kennisagenda’s bijgedragen: Integrative Medicine, Agroforestry en Biologische landbouw. In die laatste twee kennisagenda’s is benadrukt dat innovatie ook voor duurzame, extensievere landbouw belangrijk is. “Het investeringsbeleid richt zich heel erg op high-tech in de conventionele hoek, maar ook extensieve boeren hebben behoefte aan innovaties: technologische, sociale en ecologische innovaties. Electrische landbouwvoertuigen, andere keten- en consumentverbindingen, klimaatrobuustere teeltsystemen. Ten onrechte bestaat er het beeld dat we voor een duurzamere landbouw terug zouden moeten naar de tijd van Ot en Sien. Koplopers in de extensieve landbouw hebben ook behoefte aan slim gebruik van robots, drones en AI.” 

Positieve gezondheid

In het onderzoek blijft de praktijk weerbarstig. “Je ziet dat er internationaal heel veel kennis beschikbaar is, die vaak niet wordt toegepast in het Nederlandse beleid, en soms ook niet binnen de wetenschap”, zegt Geijzendorffer. “In het veld van Integrative Medicine loopt Nederland bijvoorbeeld achterop, terwijl het een realistische oplossingsrichting is om een goede gezondheid voor iedereen betaalbaar en toegankelijk te maken. We zien dan ook steeds meer academische ziekenhuizen IM omarmen, bijvoorbeeld in de vorm van een toename in het aantal integrative oncology poli’s. Met het lanceren van de kennisagenda IM sorteren we voor op de financiering die hiervoor nodig is en timmeren we gezamenlijk aan de weg met het Consortium voor Integrale Zorg en Gezondheid.” 

Op het vlak van gezondheid wil het beleid niet altijd vlotten, maar toch ziet Geijzendorffer mooie dingen gebeuren. “Ondanks dat het preventieakkoord niet effectief blijkt te zijn, ondanks dat budget voor preventieve maatregelen op nationaal niveau wordt gekort, zie je dat we met de praktijk wel degelijk stappen zetten. Gemeentes zoeken bijvoorbeeld wél naar wat ze kunnen betekenen op het gebied van preventie en positieve gezondheid en leefomgeving. Die willen inzetten op zorgzame buurten en drie extra levensjaren voor de inwoners, of ze willen gezonde zones rond scholen of stations, of een beter aanbod bij voedselbanken. Je hoeft niet te wachten op landelijk beleid en je hoeft niet te wachten tot er iets nog verder misgaat.” 

Impact in de praktijk

In 2023 keek het Louis Bolk Instituut ook naar zichzelf en stelde opnieuw haar missie en visie vast. “We hebben gelukkig medewerkers die heel gemotiveerd zijn voor wat wij doen. Maar juist omdat we met z’n allen heel erg gaan voor impact in de praktijk, is dit een lastige tijd. En dan is het wel goed om met elkaar weer eens opnieuw te kijken waar we voor staan en wat wij kunnen doen om die impact te realiseren. Als onafhankelijk kennisinstituut heb je dan de vrijheid om je af te vragen welke onderzoeksvragen en cijfers de meeste impact zouden kunnen sorteren. Welke financier het aan zou durven om dat onderzoek uit te zetten en welke samenwerkingspartners daar in de praktijk iets mee kunnen. Samen voorsorteren op impact draagt bij aan een vruchtbare bodem voor nieuwe ideeën.”  

Handelingsperspectief

Kortom, wederom een dynamisch jaar, “waar we qua positionering tevreden op terugkijken”, aldus Geijzendorffer. “De gevoelde urgentie om kennis te ontwikkelen om de broodnodige transitie van het landbouw-, voedsel- en gezondheidssysteem te voeden neemt steeds meer toe. Er is in toenemende mate behoefte aan kennis die aantoont dat het wél kan, aan een transitiepad met handelingsperspectief. Het Louis Bolk Instituut bouwt daaraan mee, ook als het lastig is.”