Betere bestuiving en klimaatadaptatie in de fruitteelt

Voor fruittelers is het steeds belangrijker om voor een grote diversiteit aan bestuivers te zorgen. Door klimaatverandering gaat het fruit steeds vroeger bloeien, waarmee ook het risico op koude periodes tijdens de bloei groter wordt. In verschillende projecten onderzoekt het Louis Bolk Instituut, samen met partners, wat het effect van de introductie van verschillende soorten bijen is op de opbrengst en kwaliteit van het fruit, hoe het management van de bijen het beste kan plaatsvinden, en hoe van nature aanwezige wilde bijen gestimuleerd kunnen worden.

Bijensoorten reageren anders op het weer

Uit onderzoek blijkt dat honingbijen prima vliegen bij mooi weer, maar kunnen het bij koud en guur weer laten afweten. Een aantal wilde bijensoorten zoals de metselbij en de hommel, vliegt op dat moment gewoon door. Sommige fruitbedrijven werken daarom met gericht management van metselbijen. Andere telers kiezen voor het vergroten van het aantal wilde zandbijen die ook vliegen in de bloeitijd van het fruit.

1. Introductie van metselbijen in de boomgaard

Er is de afgelopen jaren behoorlijk wat ervaring opgedaan door telers op het gebied van het management van metselbijen. Met name in het kleinfruit, maar ook steeds meer in de teelt van hardfruit. Vooral voor moeilijk bestuivende, of vroege rassen zijn metselbijen interessant. Er zijn echter ook nog veel hiaten in kennis, zoals over de effectiviteit van verschillende soorten bijen. Zo zijn er verschillen tussen de rosse en de gehoornde metselbij. Belangrijk is ook het daadwerkelijke effect op de opbrengst, en of dit opweegt tegen de investering in met name arbeid.

2. Bed & breakfast

Ook de timing van het uitzetten van de bijen en het voorkomen van het 'vervliegen' (wegvliegen uit het perceel) zijn thema's waar in dit project aandacht aan gegeven wordt. Om 'vervliegen' te voorkomen, voert het Louis Bolk Instituut  experimenten uit door middel van het aanbieden van 'breakfast': extra aanbod van vroege voorjaarsbloeiers in de boomgaard. Dit is nodig om de vroeg vliegende mannetjes voedsel aan te bieden, op het moment dat de boomgaard zelf nog niet in bloei staat. Telers zullen begeleid worden in het aanbieden van de juiste overwintering, en de timing bij het uitzetten in het voorjaar.

3. Aanleg van bijenbanken

Voor sommige bedrijven is het aantrekkelijker om de omgeving aan te passen, zodat de natuurlijke populatie wilde bijen sterker kan groeien. Met name een aantal soorten zandbijen vliegt vroeg genoeg in het seizoen om voor de kersen- of perenteelt interessant te zijn. Door meer nestgelegenheid op het bedrijf aan te bieden in de vorm van bijenbanken, onderzoeken wij of hierdoor daadwerkelijk de populatie zandbijen bij de bestuiving vergroot kan worden.

Download hier de Handout Aanleg Bijenbanken die wij schreven voor dit project.