De potentie van koolstofvastlegging in de landbouw: nationale en provinciale oplossingsrichtingen

Vanuit het onderzoekstraject Slim Landgebruik is een uitgebreide reeks agrarische maatregelen geanalyseerd die koolstof kunnen vastleggen in de bodem om klimaatverandering tegen te gaan. De landbouwsector heeft zich namelijk gecommitteerd aan het vastleggen van 0,5 megaton CO2-equivalenten per jaar in de organische stof van minerale landbouwbodems vanaf 2030. Maar dan blijft een beleidsmatige vraag staan: wat zijn de effecten van de toepassing van die maatregelen op landelijk, regionaal en provinciaal niveau? 

Onderzoekers van het Louis Bolk Instituut hebben in een scenariostudie welke combinaties van agrarische maatregelen daadwerkelijk klimaatwinst opleveren op verschillende bodems, per provincie. De studie geeft inzicht in de potentie van koolstofvastlegging in de regionale praktijk en de kansen en knelpunten van maatregelen die lokaal spelen. Want tussen hypothese, theorie en praktijk zit vaak een wereld van verschil.

Vier scenario’s doorgerekend

De uitkomsten van deze beleidsondersteunende studie zijn belangrijk, omdat overheden helderheid hebben gekregen over de klimaatimpact van verschillende maatregelen. Er zijn vier scenario’s rondom de implementatie van maatregelen van koolstofvastlegging uitgewerkt. Het eerste gaat uit van het inzetten van de drie effectiefste maatregelen op zand en klei. Dat zijn onder meer het aandeel graan verhogen in het bouwplan en blijvend grasland opnemen. Het tweede scenario gaat uit van het toepassen van alle twaalf maatregelen (denk bijvoorbeeld aan akkerranden en stroresten achterlaten op het land); het derde scenario richt zich op de goedkoopste maatregelen, zoals mais-grasklaver wisselteelt en de leeftijd van het grasland verhogen. Bij het vierde scenario is de mate van koolstofvastlegging berekend van maatregelen uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU, zoals meer graan en winterbedekking. Dankzij een slimme Exceltool kan een gebruiker gemakkelijk laten doorberekenen op hoeveel areaal een bepaalde set aan maatregelen ingezet moet worden voor voldoende vastlegging van koolstof.

Meest kansrijke scenario’s 

Uit de berekeningen blijkt dat het niet mogelijk is om 0,5 megaton CO2-equivalenten vast te leggen als maatregelen maar op 25% van het landbouwareaal dat geschikt is voor een bepaalde maatregel worden toegepast: geen van de vier scenario’s volstaat dan. Om voldoende effect te sorteren zouden ze in een veel groter gebied geïmplementeerd worden: rond de 85% voor het eerste en vierde scenario en rond de 50% voor het scenario waarbij alle twaalf maatregelen worden ingezet. Het meeste succes hebben maatregelen zoals groenbemesters, vanggewassen en het achterlaten van gewasresten op het areaal. Verder wordt ook duidelijk dat de doelstelling van 0,5 megaton COnog steeds niet gehaald wordt als agrarische ondernemers alleen de 3 goedkoopste maatregelen toepassen (derde scenario). Een paar relatief eenvoudige maatregelen kunnen echter veel koolstof vastleggen.

Kansen in regio’s, provincies en het NPLG

De uitkomsten van deze beleidsondersteunende studie zijn uiterst relevant nu nationale en provinciale overheden oplossingsrichtingen zoeken voor een verdere verduurzaming van de landbouw in het Nationale Programma Landelijk Gebied (NPLG). Aan het Louis Bolk Instituut is gevraagd een doorberekening op te zetten voor provincies, zodat zij inzichtelijk krijgen met welke maatregelen effectief aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord kan worden bijgedragen. De potentie van elke provincie om koolstof vast te leggen door klimaatmaatregelen te implementeren wordt weergegeven in een factsheet per provincie. Raadpleeg het rapport Impact van koolstofmaatregelen op regioniveau. Een scenariostudie naar de mogelijkheden per provincie.

Lees ook