Milieubelasting akkerbouw
De akkerbouw zorgt voor belasting van het milieu, vanwege emissies van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Maar ook ploegen en intensieve mechanische onkruidbewerkingen hebben effect op de overleving van akkervogels en bodemfauna. Met name bij de teelt van rooigewassen zoals ui, aardappel en suikerbiet is hier sprake van. Maar om de milieubelasting te verlagen zijn niet alleen de gekozen gewassen en teeltwijzen van belang, ook natuurmaatregelen en goed beheer van natuurelementen zijn essentieel om in gebieden een goede Basiskwaliteit Natuur te behalen.
Natuurversterkende maatregelen
Met verschillende maatregelen kan de akkerbouw natuurinclusief worden en bijdragen aan het behalen van een goede Basiskwaliteit Natuur, met condities waarmee algemene soorten algemeen kunnen blijven, zijn of worden. Akkerbouwers kunnen dus maatregelen treffen om de natuur meer en beter te integreren in hun bedrijf. Daarbij gaat het om het realiseren van een groenblauwe dooradering met half-natuurlijke elementen, een gevarieerd bouwplan, maar ook om duurzame teelttechnieken met zo min mogelijk emissies naar het milieu. Dat kan positief uitpakken voor de functionele agrobiodiversiteit en soorten in landbouwgebieden, zoals akkervogels, wilde bijen en dagvlinders. Maar welke maatregelen versterken elkaar en welke juist niet? Het Louis Bolk Instituut werkt met partnerorganisaties CLM, Vlinderstichting, Kenniscentrum Akkervogels en BoerenNatuur in dit project samen om, ieder vanuit eigen expertise, een wetenschappelijk onderbouwde en tegelijk praktische toolbox voor akkerbouwers en gebiedspartijen te ontwikkelen. Met deze toolbox is inzichtelijk te maken welke maatregelen elkaar ondersteunen voor verschillende soortgroepen en welke maatregelen dus goed te combineren zijn.
Ambitieuze projectdoelen
Eenvoudig is het niet, om zowel natuur- als agrarische doelen evenwichtig te dienen. Het project omvat om die reden verschillende fasen, zoals een literatuurstudie en een fase met het ophalen van praktijkkennis. Daarin komt de analyse van vier pilotgebieden in onder meer het Buijtenland van Rhoon en Polder Ravenswoud aan bod, maar ook zijn er inhoudelijke sessies met experts gepland om het effect op soorten en de regionale context van natuurinclusieve maatregelen te duiden. Tot slot wordt al deze kennis samengebracht in een toolbox voor akkerbouwers en gebiedspartijen. De uitkomst: een handzame set van natuurinclusieve maatregelen voor akkerbouwgebieden, die hun waarde in de wetenschap én praktijk hebben bewezen.
Meerdere invalshoeken
Beleidsmakers kijken vaak vanuit een helicopterview naar gebieden, terwijl boeren eerder vanuit hun eigen bedrijf, de bodem en hun percelen denken. In dit project worden beide perspectieven bij elkaar gebracht. Maatregelen die onder de loep genomen worden, zijn bijvoorbeeld een brede vruchtwisseling en bouwplan, minder inzet van gewasbeschermingsmiddelen en biologische landbouwmethodes. Maar ook de inpassing van natuurmaatregelen zoals meerjarige akkerranden, vogelakkers, natuurvriendelijke oevers en ecologisch beheer van slootkanten komen aan bod. Op deze manier wordt het bereiken van de Basiskwaliteit Natuur op alle vlakken ondersteund: verbeteren van de abiotische factoren van gebieden, én de inrichting en beheer van het landschap.
Verloop van het project
Het project ‘Praktische invulling natuurinclusieve akkerbouw rondom natuurgebieden’ loopt van 2023 – 2025. Naast de praktische toolbox en rapportage publiceren de werkgroepleden artikelen in de vakmedia en worden de resultaten tijdens de landelijke beheerdersdag in 2024 gepresenteerd. Ook worden een aantal veldwerkplaatsen georganiseerd in gebieden waar ervaringen zijn opgedaan met natuurinclusieve akkerbouw. Wilt u op de hoogte blijven van de voortgang of uitkomsten? Neem dan contact op met Boki Luske, onderzoeker Agrobiodiversiteit bij het Louis Bolk Instituut.