Voedseleducatie in het voortgezet onderwijs: hoe effectief is dit?

Voor jongeren bestaan er diverse lesprogramma’s die erop gericht zijn om ze kennis te laten maken met gezonde, veilige en duurzame voeding. Het is namelijk bewezen dat ervaring met gezonde voeding effect heeft op voedselkeuzes op latere leeftijd. Belangrijk is dan om te onderzoeken of deze voedseleducatieprogramma’s effect hebben: zijn jongeren die zo’n programma hebben gevolgd inderdaad beter in staat een gezonde, duurzame en veilige voedselkeuze te maken ten opzichte van jongeren die dat programma niet hebben gevolgd?

Gezonde en duurzame voeding is de basis

Voor een goede gezondheid is het belangrijk dat jongeren een gezond, duurzaam en veilig voedingspatroon aanleren. Dat kan namelijk de ziektelast verminderen en bovendien geldt dat jong aangeleerd gezond eetgedrag zich voortzet op volwassen leeftijd. Daarnaast is een gezond voedingspatroon essentieel voor een optimale groei, gezondheid en ontwikkeling van jongeren. Zo is aangetoond dat met gezonde voeding de concentratie, het geheugen en schoolprestaties verbeteren. Ook duurzaamheid is belangrijk als het gaat om voeding: een eetpatroon met meer plantaardige en minder dierlijke eiwitten is beter voor de gezondheid van de aarde én mens.

Voedseleducatieprogramma’s onder de loep

Maar hoe leren jongeren wat gezonde voeding is en hoe ze gezonde en duurzame voedselkeuzes kunnen maken? In 2017 is het Rijksprogramma Jong Leren Eten van start gegaan, waarbij overheden, maatschappelijke organisaties en onderwijs samenwerken om kinderen van 0 tot 18 jaar structureel in aanraking te laten komen met informatie en activiteiten over voeding. Een voorbeeld is het lespakket ‘Weet wat je eet’ van het Voedingscentrum voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Daarin leren leerlingen in zes lessen over gezond, duurzaam en veilig eten. Het lespakket is een aantal keer vernieuwd, maar het effect van het programma is nog niet gemeten: want hebben jongeren die de lessen gevolgd hebben inderdaad meer kennis en vaardigheden ten aanzien van gezonde, duurzame en veilige voeding? En heeft dit effect op hun eetgedrag?  Het Louis Bolk Instituut is gevraagd om hier onderzoek naar te doen en heeft dit geanalyseerd.

Onderzoeksopzet

Jaarlijks volgen zo’n 20.000 leerlingen de lessen van het lespakket ‘Weet wat je eet’. In 2022 is het lespakket vernieuwd. Het doel van het onderzoek, dat gefinancierd werd door het Voedingscentrum en het Ministerie van LNV, was om de effectiviteit van het lespakket vast te stellen. Daarbij hebben wij onder meer de kennis gemeten van onderbouwleerlingen over gezond, veilig en duurzaam eten, hun houding en intentie om dergelijke voeding te eten en hun uiteindelijke gedrag. Ook hebben we het lesproces zelf geëvalueerd en de inzet en waardering van de lessen in kaart gebracht. De metingen op de scholen zijn uitgevoerd in de periode september-december 2022. Het rapport met de resultaten, conclusies en aanbevelingen is in de zomer van 2023 gereed. Met de uitkomsten kunnen beleidsmakers, programmaleiders en -ontwikkelaars en docenten effectieve interventies ontwikkelen om jongeren aan te zetten tot gezond en duurzaam eetgedrag. 

Lees ook