Bodemvitaliteit in de biologische kasteelt

Effect van grondbewerking en introductie van regenwormen op de bodemstructuur

Willemijn Cuijpers, Geert-Jan van der Burgt. 2008. Bodemvitaliteit in de biologische kasteelt: Effect van grondbewerking en introductie van regenwormen op de bodemstructuur. LB23. Louis Bolk Instituut, Driebergen.
Pagina's / pages: 31
Type: Rapport
Download (pdf, 3.08 MB)
Taal/language: Nederlands
Abstract / samenvatting in Nederlands:

In 2006 en 2007 is in een tweejarig project het effect op de bodemstructuur van grondbewerking, van organische
"bemesting en van het uitzetten van wormen gemeten. Het ging om een proefopzet met proefstroken zonder herhalingen op een praktijkbedrijf en de uitkomsten zijn alleen indicatief.
"Door alleen te spitten en niet daarna nog te frezen werd de structuur van het bodemprofiel over het geheel verbeterd, afgemeten aan de parameters indringingsweerstand, waterinfiltratie en bulkdichtheid. De opbrengst nam substantieel toe. Het effect op de structuur was echter tijdelijk van aard: kort na de grondbewerking kon het gemeten worden (april – mei), maar in oktober was een verschil niet meer meetbaar.
"De vervanging van compost door stalmest, gecombineerd met een halvering van de basisbemesting stikstof uit hulpmeststoffen gaf geen opbrengstreductie terwijl de hoeveelheid toegediende en beschikbare stikstof aanzienlijk verlaagd was. Of dit komt door de verbeterde bodemkwaliteit of door een overmaakt stikstof in de standaard werkwijze kan op basis van deze bevindingen niet uitgemaakt worden.
"Het uitzetten van grauwe wormen is succesvoller dan het uitzetten van rode wormen. Hierdoor, en gezien het verschil in ecologische functie van die twee typen wormen mag van het uitzetten van rode wormen weinig effect verwacht worden op de bodemstructuur.

Trefwoorden in Nederlands: bedekte teelt, bodem, structuur, wormen, bodemvitaliteit
Tweede taal / secondary language Engels
Abstract / summary in English:

In 2006 en 2007 a research was done to investigate the effect on soil structure of tillage, organic manure and introduction of worms. There were no repetitions of the treatments, so the results can only be indicative.
"A less intensive soil tillage improved the overall soil structure, measured on the parameters penetration resistance, water infiltration and bulk density. The yield increased substantially. The effect on the soil structure was temporally. Short after soil tillage (April – May) differences could be measured, but in October no differences could be observed.
"Farmyard manure instead of compost, in combination with a 50% reduction of basis fertilizer nitrogen application out of additional fertilizers did not reduce the yield although total nitrogen application and nitrogen availability were substantially reduced. Out of this research it can not be concluded whether this is caused by an improved soil quality due to FYM or by a surplus of nitrogen in the ‘standard’ way of manure and fertilizer application.
"The introduction of Aporrectodea calliginosa is more successful then that of Dendrobaena veneta. Because of this, and because of the different function of these worms in the soil ecosystem, little effect of D. veneta on soil structure may be expected.