Within the N-Toolbox project the NDICEA nitrogen model, one of the key tools in the virtual Toolbox, has been improved and tested in England, Denmark and Spain. The model performance was evaluated on datasets from these three countries by means of visual observation, RMSE and RSR from the soil nitrogen dynamics. In England the scenarios with organic fertilizer performed better than those with artificial fertilizer, leading to the suggestion that the calculated nitrogen release out of fertilizer could be improved. Timing of the soil sampling on soil inorganic nitrogen is important to realize a good model evaluation; two samples only, before sowing and after harvest, is not enough. When soil mineral nitrogen samples were taken during crop growth, model calculation and measured values showed sometimes big differences. It is suggested to improve the plant nitrogen uptake sub-model. In the Danish dataset the soil mineral N of the topsoil was well described, but that of the subsoil was not. This might be caused by the depth of the subsoil, which was up to 2.5 meters. The model performance could be improved by introducing a multi-layer soil sub-model instead of the actual two-layer soil sub-model. Spain, with its different climatic and soil conditions, needed an adaptation of the evapotranspiration calculation and a calibration of the scenarios to reach an acceptable model performance. If more Spanish datasets were studied, the NDICEA model could be enriched with standard Spanish soils and evapotranspiration data. For the improvement of the model, equations from the EU-ROTATE_N model are used to describe root growth and nitrogen uptake in more detail.
In het N-Toolbox project is het NDICEA stikstofmodel, één van de gereedschappen uit de stikstofgereedschapskist, verbeterd en getest in Engeland, Denemarken en Spanje. De prestaties van het model zijn getoetst op basis van visuele beoordeling, RMSE en RSR van de stikstofdynamiek. In Engeland bleken de scenario\'s met organische mest beter te presteren dan die met kunstmest. Dit leidt tot de suggestie dat het vrijkomen van stikstof uit kunstmest nog onvoldoende adequaat in het model berekend wordt. De timing van de bemonstering van de grond op minerale stikstof is belangrijk om een goede modelevaluatie te kunnen doen. Twee keer per jaar, voor zaai en na oogst, is niet voldoende. In de gevallen waarin wel tijdens de teelt monsters zijn genomen was er soms een groot verschil tussen de gemeten en de berekende waarde. Een verbetering van het sub-model voor N-opname wordt kort besproken. In de Deense dataset werd de stikstofdynamiek van de bovengrond goed beschreven, die van de ondergrond niet. De oorzaak hiervan ligt misschien bij de diepte van de ondergrond, tot 2,5 meter. De modelprestaties zouden dan verbeterd kunnen worden door over te gaan van een tweelaags bodemsubmodel naar een multi-laags submodel. In Spanje, met ten opzichte van Noord-West Europa sterk afwijkende bodem- en klimaatcondities, was het nodig de evapotranspiratieberekeningen aan te passen en de scenario\'s te calibreren voordat er een bevredigend resultaat zichtbaar werd. Als er meer Spaanse datasets bestudeerd zouden worden zou dat kunnen leiden tot specifieke Spaanse bodemparameters en waterberekeningen. Voor de verbetering van het model zijn algoritmes gebruikt uit het EU-ROTATE_N model om de wortelgroei en stikstofopname meer in detail te modelleren.