Het optimale landgebruik voor bodemkwaliteit op melkveebedrijven met minerale gronden en derogatie is: 60 procent blijvend grasland met een lage frequentie van graslandvernieuwing en 20 procent grasklaver (rode en witte klaver) in rotatie met 20 procent bouwland (zie deze V-focus pag 34-35). Interessant, maar hoe pakt dit economisch en milieutechnisch uit? In het kader van de project Vruchtbare Kringloop Achterhoek en Liemers zijn deze vragen doorgerekend met het programma BBPR voor een gemiddeld melkveebedrijf in deze regio.
For Dutch dairy farms on mineral soils with derogation, the optimal land use for improving soil quality is 60 percent permanent grassland (low frequency of grassland renewal), combined with 20 percent grass-clover (red and white clover) in rotation with 20 percent arable production (see page 34-35 of this issue). But what are the economic and environmental effects? Within the framework of the project Vruchtbare Kringloop ("The fruits of nutrient cycling"), these effects have been assessed for an average dairy farm in the Achterhoek and Liemers region, using the BBPR calculation tool.