Patients Whose GP Knows Complementary Medicine Have Lower Costs and Live Longer

Peter Kooreman, Erik W. Baars. 2012. Patients Whose GP Knows Complementary Medicine Have Lower Costs and Live Longer. European Journal of Health Economics. 6. 13
Pagina's / pages: 7
Download (pdf, 0.18 MB)
Taal/language: Engels
Abstract / summary in English:

A small fraction of general practitioners (GPs) in the Netherlands has completed additional training in complementary medicine after obtaining their conventional medical degree. Using a data set from a health insurer, this paper documents that patients whose GP has additional training in anthroposophic medicine, homeopathy, or acupuncture have substantially lower health care costs and lower mortality rates. The lower costs result from fewer hospital stays and fewer prescription drugs. Since the differences remain once we control for neighborhood specific fixed effects at a highly detailed level, the lower costs and longer lives are unlikely to be related to differences in socio-economic status. Possible explanations are selection (e.g. people with a low taste for medical interventions might be more likely to choose CAM) and better practices (e.g. less overtreatment, more focus on preventive and curative health promotion) by GPs with knowledge of complementary medicine.

Keywords in English: health care costs, life expectancy, complementary medicine
Tweede taal / secondary language Nederlands
Abstract / samenvatting in Nederlands:

Een klein aantal huisartsen in Nederland heeft, na het afronden van de reguliere artsenopleiding, aanvullende opleiding gevolgd op het gebied van complementaire gezondheidszorg. Op basis van gegevens van een ziektekostenverzekeraar laat dit artikel zien dat patiënten van huisartsen die aanvullende opleiding hebben gevolgd in antroposofische gezondheidszorg, homeopathie of acupunctuur, aanzienlijk lagere zorgkosten en een hogere levensverwachting hebben. De lagere zorgkosten zijn het resultaat van minder ziekenhuisopnames en minder voorgeschreven medicijnen. Ook als buurteffecten tot op zeer gedetailleerd niveau uitgefilterd worden, blijven deze verschillen bestaan; de lagere zorgkosten en hogere levensverwachting lijken dus niet gerelateerd aan sociaaleconomische verschillen. Mogelijke verklaringen zijn selectie (bv. mensen die niet van medische interventies houden, zouden vaker voor CAM kiezen) en betere praktijkbeoefening door huisartsen met kennis van complementaire geneeswijzen (bv. minder overbehandeling, en een sterkere focus op preventieve zorg en curatieve gezondheidsbevordering).

Trefwoorden in Nederlands: Zorgkosten; levensverwachting; complementaire behandelwijzen