The potential of participatory hybrid breeding

Jingsong Li, Edith T. Lammerts van Bueren, K Huang, L Qin, Yiching Song. 2012. The potential of participatory hybrid breeding. International Journal of Agricultural Sustainability. 3. 11
Pagina's / pages: 17
Taal/language: Engels
Abstract / summary in English:

This article explores the potential of involving smallholder farmers in hybrid development for their low-external input farming systems. We have developed a conceptual model of the procedures, based on five assumptions: (a) the hybrids are bred for adaptation to local needs and preferences; (b) the dependence on and need for genetic diversity is taken into account; (c) breeders collaborate closely with farmers also in the initial stages of the breeding programme, that is, in establishing the breeding goals by identifying the desired traits and preferred local populations as (one of the) crossing parents; (d) hybrid seed production can be integrated into the farmers’ local seed system; and (e) farmers and breeders can agree on intellectual property rights, access and benefit sharing in a fair and transparent way. We illustrate the procedural consequences of these assumptions with reference to the case of a participatory maize breeding programme in southwest China, from 2000 to 2012, that included both open-pollinated and hybrid maize improvement. We show how farmers’ early involvement in hybrid development during the pre-breeding stage, including broadening the base populations with farmer-maintained local landraces, can support co-evolution of the genetic resources in farmers’ fields.

Keywords in English: participatory plant breeding, hybrid development, hybrid seed production, access and benefit sharing, ABS, maize, China
Tweede taal / secondary language Nederlands
Abstract / samenvatting in Nederlands:

Dit artikel onderzoekt de mogelijke voordelen van het betrekken van kleine boeren in de ontwikkeling van hybride rassen die aangepast zijn op hun bijna zelfvoorzienende landbouwsystemen. Wij hebben een conceptueel model ontwikkeld op basis van vijf aannames: (a) de hybrides worden veredeld voor aanpassing op locale behoeftes en voorkeuren; (b) de afhankelijkheid van, en noodzaak voor genetische diversiteit wordt meegenomen; (c) veredelaars werken nauw samen met met boeren, ook in de eerste stadia van het veredelingsprogramma zoals het vaststellen van de doel van de veredeling door de gewenste eigenschappen te identificeren en bij voorkeur lokale populaties als (één van de) ouders te gebruiken; (d) de productie van het hybride zaad kan worden geïntegreerd in het lokale boeren zaadsysteem; en (e) boeren en veredelaars kunnen op een transparantie en eerlijke manier de eigendomsrechten en verdelingsmechanismen van toegang tot genetische bronnen en inkomsten overeenkomen.  We geven een voorbeeld van de consequenties van deze aannames op de procedures en afspraken door te verwijzen naar een specifiek maïs veredelingsprogramma in zuidwest China, dat liep van 2000 tot 2012. In dit programma werd zowel aan zaadvaste rassen als aan hybride rasverbetering gewerkt. Wij laten zien hoe het vroeg betrekken van boeren in de ontwikkeling van hybriden in de fase voor het eigenlijke veredelen, inclusief het verbreden van de basispopulatie door boerenrassen, de gezamelijke ontwikkeling van de genetische bronnen bij de boeren op het land kan ondersteunen.

Trefwoorden in Nederlands: participatieve ontwikkeling, ontwikkelen van hybrides, hybriden, hybride zaadproductie, eerlijke verdelingsmechanismen van toegang tot genetische bronnen en inkomsten, mais, China