The purpose of this study was to develop an expertise-based prognostic model for the treatment of complex posttraumatic stress disorder (PTSD) and dissociative identity disorder (DID). We developed a survey in 2 rounds: In the first round we surveyed 42 experienced therapists (22 DID and 20 complex PTSD therapists), and in the second round we surveyed a subset of 22 of the 42 therapists (13 DID and 9 complex PTSD therapists). First, we drew on therapists\' knowledge of prognostic factors for stabilization-oriented treatment of complex PTSD and DID. Second, therapists prioritized a list of prognostic factors by estimating the size of each variable\'s prognostic effect; we clustered these factors according to content and named the clusters. Next, concept mapping methodology and statistical analyses (including principal components analyses) were used to transform individual judgments into weighted group judgments for clusters of items. A prognostic model, based on consensually determined estimates of effect sizes, of 8 clusters containing 51 factors for both complex PTSD and DID was formed. It includes the clusters lack of motivation, lack of healthy relationships, lack of healthy therapeutic relationships, lack of other internal and external resources, serious Axis I comorbidity, serious Axis II comorbidity, poor attachment, and self-destruction. In addition, a set of 5 DID-specific items was constructed. The model is supportive of the current phase-oriented treatment model, emphasizing the strengthening of the therapeutic relationship and the patient\'s resources in the initial stabilization phase. Further research is needed to test the model\'s statistical and clinical validity.
Het doel van deze studie was om een prognostisch expertisemodel te ontwikkelen voor de behandeling van complexe vormen van posttraumatisch stresssyndroom (PTSD) en dissociatieve stoornissen (DS). We hebben hiervoor 2 surveys uitgevoerd: In de eerste ronde hebben we 42 ervaren therapeuten ondervraagd (22 DS therapeuten en 20 therapeuten voor complex PTSD), en in de tweede ronde een kleinere selectie hiervan (22 totaal, waarvan 13 DS therapeuten en 9 therapeuten voor complex PTSD). In de eerste ronde hebben we op basis van de kennis van de deelnemende therapeuten een inventarisatie gemaakt van prognostische factoren voor de stabiliserende behandeling van complexe PTSD en DS. In de tweede ronde hebben de therapeuten een lijst van prognostische factoren gerangschikt op basis van hun eigen inschatting van het voorspellend effect van deze factoren; op deze lijst hadden we de factoren inhoudelijk ingedeeld in clusters en deze clusters benoemd. Vervolgens hebben we concept mapping en statistische analyses (waaronder principale component analyses) gebruikt om de individuele inschattingen om te zetten naar gewogen groepsoordelen voor clusters van factoren. Op basis van deze berekende consensus ten aanzien van de geschatte effecten van 8 clusters (51 factoren in totaal) voor zowel complex PTSD als DS is een prognostisch model ontwikkeld. Het model bevat de volgende clusters: gebrek aan motivatie, gebrek aan gezonde relaties, gebrek aan gezonde therapeutische relaties, gebrek aan andere interne en externe middelen, ernstige As-I comorbiditeit, ernstige As-II comorbiditeit, hechtingsproblematiek, en zelfdestructie. Daarnaast is een set van 5 DS-specifieke punten ontwikkeld. Het model ondersteunt het huidige gefaseerde behandelingsmodel, en benadrukt het versterken van de therapeutische relatie en de eigen middelen van de patiënt in de initiële stabilisatiefase. Vervolgonderzoek is nodig om de statistische en klinische validiteit van het model verder te testen.