Robuust telen met biodiversiteit

Beheersing tabakstrips in uien

Leen Janmaat, Suzanne Lommen, Julia Mechelse, Jeroen Scheper, David Kleijn, Tibor Bukovinszki, Bas Allema, Hilfred Huiting. 2024. Robuust telen met biodiversiteit: Beheersing tabakstrips in uien. 2024-6229-LbP. Louis Bolk Instituut, Wageningen University & Research.
Pagina's / pages: 130
Type: Rapport
Download (pdf, 4.36 MB)
Taal/language: Nederlands
Abstract / samenvatting in Nederlands:

‘Robuust telen met biodiversiteit’ richtte zich op de beheersing van tabakstrips in de Nederlandse uienteelt. Tabakstrips heeft veel waardplanten en kan in een aantal daarvan, waaronder ui, aanzienlijke schade aanrichten. Door het groeiende probleem van tabakstrips en het beperkter wordende middelenpakket, werd gekeken naar natuurinclusieve maatregelen om weerbaarheid te vergroten en schade te beperken. Het project startte met een literatuurstudie waaruit bleek dat er weinig bekend is over de precieze relatie tussen tripsopbouw, tripsaantasting en daaruit volgende schade. Het weer en omgevingsfactoren spelen in elk geval een grote rol. Ook over de rol van natuurlijke vijanden in praktijk is nog weinig bekend. 

Gedurende vier jaar werden tien uienpercelen intensief gemonitord op de aanwezigheid van trips en de diversiteit van geleedpotigen. De monitoring van trips via blauwe vangplaten bleek geen eenduidige patronen te geven en er werd ook geen een consistente relatie met regio (Zuid-West en Flevoland) of bedrijfsvoering (gangbaar of natuurinclusief) gevonden. Geconcludeerd wordt dat blauwe vangkaarten kunnen bijdragen aan signalering, maar onvoldoende zijn om de aanwezigheid en dichtheid van trips in het gewas tijdig en accuraat vast te stellen.  Monitoring van het gewas zelf wordt daarom aangeraden. Uit monitoring van geleedpotigen uit en om het gewas zelf bleek dat de dichtheid van trips lager was op natuurinclusieve bedrijven en dat daar ook meer spinnen werden gevonden. Akkerranden herbergden in het algemeen een grotere diversiteit geleedpotigen dan het perceel zelf en er zijn kansen om de dichtheden en diversiteit van de geleedpotigen verder te vergroten.     

Er werden natuurinclusieve methoden geïdentificeerd en getest, waaronder beregening, het uitzetten van roofmijten en het aanleggen van bloemrijke randen. Resultaten waren beperkt en daardoor kunnen geen conclusies worden getrokken over effecten van deze maatregelen in praktijk. Geadviseerd wordt om groeiomstandigheden voor uien te optimaliseren (bv. door teeltmaatregelen) omdat goed groeiende uien minder schade lijken te ondervinden ten gevolge van tripsaantasting. Voorgesteld wordt een beslissingsondersteunend systeem (BOS) te ontwikkelen dat telers advies kan geven op basis van een tripspopulatiemodel, gewasgroei-afhankelijke schadedrempels en lokale omstandigheden, met als doel de inzet van gewasbeschermingsmiddelen te minimaliseren.

Trefwoorden in Nederlands: Biodiversiteit, Bodemweerbaarheid, Natuurinclusief, Landbouw en natuur, Gewasbescherming, Thrips tabaci, Allium, Natuurlijke vijanden, ICM, Beslissing Ondersteunend Systeem