Toepassing van maaimeststoffen. Van Strien 2011.

G.J.H.M. van der Burgt, Petra I. Rietberg. 2012. Toepassing van maaimeststoffen. Van Strien 2011.. 2012-027 LbP. Louis Bolk Instituut, Driebergen.
Pagina's / pages: 36
Type: Rapport
Download (pdf, 0.39 MB)
Taal/language: Nederlands
Abstract / samenvatting in Nederlands:

Één van de innovaties uit het project Minder en Anders Bemesten (2007 - 2010) is het gebruik van luzerne en grasklaver direct als meststof, de zogenaamde maaimeststof. Aangetoond is dat de werkzaamheid van de stikstof uit maaimeststoffen goed en goed voorspelbaar is. De toepassing op bedrijfsschaal is een volgende stap. In het vervolgonderzoek, waarvan dit het eerste tussentijdse verslag is, wordt op perceelschaal de toepassing van maaimeststoffen verder onderzocht en ontwikkeld. In een veldproef met sjalot bleek het vrijkomen van stikstof uit grasklaver maaimeststof goed overeen te komen met de verwachtingen uit voorgaand onderzoek op basis van NDICEA. Door de lage stikstofbehoefte van sjalot en het ruime aanbod van stikstof was er in alle behandelingen ruim voldoende stikstof beschikbaar. De standaard bemesting gaf een iets hogere opbrengst en er waren verschillen in stikstofinhoud, droge stof gehalte en bladmassa. Het experiment met maaimeststoffen in pompoen is voortijdig afgebroken wegens te grote opkomstongelijkheid. In een ander perceel met pompoen, zonder experimentele bemestingsvarianten, bleek NDICEA redelijk in staat de stikstofdynamiek te beschrijven. In een eenvoudig experiment met maaimeststof in rode kool leverde bemesting met maaimeststof luzerne een lagere opbrengst op dan bemesting met vinasse. Er was met maaimeststof echter ook maar de helft van de stikstof gegeven ten opzichte van vinasse. Er waren kleine verschillen in stikstofopname en drogestofgehaltes van product en gewasrest.

Trefwoorden in Nederlands: maaimeststof, stikstof, bodemvruchtbaarheid
Tweede taal / secondary language Engels
Abstract / summary in English:

One of the innovations out of the project "Minder en Anders Bemesten" (2007 - 2010) is the use of alfalfa or grass-clover directly as fertilizer: cut and carry fertilizer. It was shown that the nitrogen release out of cut and carry fertilizers is good, and well predictable. Next step is the introduction at farm level. In a following research project the use of cut and carry fertilizers is assessed and developed at field scale. The first results of this project are described in this report. In a field experiment with shallot NDICEA predicted nitrogen release as expected from previous research with the model NDICEA. Because of the low nitrogen need of shallot and the abundant nitrogen availability in all treatments, all treatments had sufficient nitrogen. The standard treatment resulted in a slightly higher yield and there were some differences in nitrogen content, dry matter content and leaf production between the treatments. The experiment with pumpkin was stopped because of a too large variation in germination and first growth. In another field with pumpkin, without experimental fertilizer treatments, NDICEA described nitrogen dynamics acceptably. In a simple experiment in red cabbage the cut and carry fertilizer alfalfa resulted in a lower yield than in case of the use of melasse, but the total nitrogen amount applied was half of the amount, compared to melasse. There were some differences in nitrogen uptake and dry matter content of crop and crop residue.

Keywords in English: cut and carry fertilizers, nitrogen, soil fertility